Naam:
Amulius Numitor
Leeftijd:
18 jaar
Geslacht:
Mannelijk
Uiterlijk: Amulius heeft kort blond haar en helderblauwe ogen. Hij is vrij groot en breed wat hem er intimiderend uit doet zien. Meestal heeft hij gewoon een broek en een shirt aan met daaroverheen een zwartgeblakerd ijzeren pantser, dat zijn romp en ledematen bedekt. Dit alles wordt weer bedekt door een lange zwarte reismantel met kap. Achterop zijn rug bevinden zich een aantal steekwonden van een Shadow Blade. Aan zijn rechterhand draagt hij een dikke leren handschoen waar Thanatos op gedragen kan worden. Aan zijn middel hangt een lange scherpe dolk, die wordt gebruikt zowel om mee te vechten als om ingrediënten mee te snijden. Op zijn rug draagt Amulius zijn strijdbijl, pijlen met weerhaken en een boog. Verder heeft hij nog een tas bij zich met boeken, flacons en ingrediënten om toverdranken en vergiffen te maken.
Karakter:
Amulius is wreed en meedogenloos en is in staat om mensen te verwonden of verminken bij wijze van waarschuwing. Hij is meestal kalm en rustig, maar bij soms kan hij behoorlijk tekeer gaan. Ondanks dit heeft Amulius ook zijn goede kanten. Zo is hij geduldig, bedachtzaam, nieuwsgierig en zeer loyaal aan de mensen die hij vertrouwt. Verder heeft Amulius een gruwelijke afkeer van duistere magiërs en probeert hij te doen wat juist is, ook al is hij door zijn manier van gerechtigheid langzaam aan het afglijden naar de duistere kant.
Element:
Hout
Technieken:
Poison Fluid
I De kracht om gif uit het bloed te filteren, en het maken van zwakke giftige dranken.
Huisdier:
Thanatos de Vale Gier is de metgezel van Amulius. Deze vogel is groot met enorme vleugels en een kale kop. Zijn veren hebben een vaal zwarte kleur. Aan zijn poten zitten scherpe klauwen en hij heeft een scherpe snavel. Toch hoef je van Thanatos maar weinig te vrezen. De gier zal niemand zomaar aanvallen en leeft van de karkassen van slachtoffers uit de strijd.
Geschiedenis:
Vroeger, toen was alles beter. Ongeveer 10 jaar geleden leidde Amulius een gelukkig leven samen met zijn ouders en tweelingbroer. Zijn vader was de baas van een belangrijk Gilde in de buurt van North City. De man zocht geen ruzie met andere Gildes en verdedigde zich alleen mocht het nodig zijn. Omdat hij de leider was werd er van Amulius en zijn broer verwacht dat ze familietraditie voort zouden zetten. Om die reden werden ze al vroeg ondergedompeld in de vechtsport. Hieruit kon hun vader goed opmaken welke vaardigheden zijn zoons zouden hebben. Het werd al snel duidelijk dat Amulius Poison Fluid beheerste, terwijl zijn broer meer bedreven was met Soft Blade. Nadat dit duidelijk werd gaf hun vader de jongens ieder apart training op basis van hun vaardigheden. Amulius werd gedwongen om spreuken en drankjes te studeren, terwijl zijn broer mocht oefenen met allemaal verschillende wapens. Hoewel Amulius erg jaloers op hem was, probeerde zijn vader hem ervan te overtuigen dat dit het beste voor hem was. Uiteindelijk legde hij zich hier maar bij neer. Het leven ging verder en Amulius werd steeds bekwamer in het maken van drankjes en vergiffen, hoewel hij nog steeds jaloers was op zijn broer.
Tot op een nacht de Gilde van zijn vader werd aangevallen door een rivaliserende Gilde van duistere magiërs. Ze plunderden het hele gebouw, waarbij ze alle voorwerpen van enige waarde meenamen. Hierbij werden vele Gildeleden gedood, waaronder de vader van Amulius. De man probeerde zijn zoons te beschermen tegen het geweld, toen er plotseling een man gehuld in een lange zwarte mantel voor hem verscheen. Hij had een kap op, waardoor zijn gezicht in duisternis was gehuld. De vreemdeling riep een aantal zwarte zwaarden op waarmee hij de Gildeleider onthoofde. Het hoofd rolde over de grond en keek de kinderen met een glazige blik aan. Beide broers bleven getraumatiseerd naar het hoofd staren, te geschokt om iets te doen. Uiteindelijk was het Amulius die zich vermande terwijl zijn broer nog steeds, als aan de grond genageld, stond te kijken. Hij tilde met moeite zijn vaders strijdbijl van de grond en zwaaide hem naar de duistere magiër. Deze ontweek het wapen met gemak en stuurde zijn zwarte zwaarden op Amulius af. Hij voelde het scherpe metaal in zijn rug snijden en hij voelde de helse pijn zich door zijn lichaam verspreiden. Om een onbekende reden spaarde de in het zwart gehulde man hem en ontvoerde zijn tweelingbroer, zonder ook maar een woord te zeggen. Amulius wilde hem achterna gaan, maar hij had de kracht er niet voor. Kort hierna staken de duistere magiërs het gebouw in brand. Net voordat de vlammen het bouwwerk verzwolgen, vond Amulius de kracht om op te staan en het pand te verlaten. Buiten trof hij enkelen overlevenden aan, waaronder zijn moeder. Van de duistere magiërs was geen enkel spoor meer te bekennen. Zijn moeder besloot dat ze naar het zuiden van Tarua zouden reizen om daar een nieuw bestaan op te bouwen. De jongen stemde hier mee in, maar voordat ze vertrokken moest hij nog één ding doen. Amulius vertrok naar de Storage Room in de Gold Mines en liet daar zijn studeerboeken achter. Hij wilde daar niet meer aan herinnerd worden, daarbij was hij toch niet van plan er nog in te lezen.
Daarna pakten ze alle spullen, tenminste wat er nog over was, en vertrokken ze naar South City. Eenmaal hier aangekomen, leefde Amulius en zijn moeder in armoede verder. Er was geen geld en geen werk. Amulius begon te oefenen met de wapenuitrusting van zijn vader, die hij nog had kunnen redden. Dat wilde zeggen: een zwartgeblakerd pantser, een strijdbijl, pijl en boog en een dolk. Amulius werd steeds bekwamer met zijn wapens en besloot in de arena deel te nemen om de schulden van zijn moeder af te kunnen betalen. Hij was zo goed, dat hij uiteindelijk zelfs tot kampioen werd benoemd. Na heel wat bloed vergoten te hebben, zat Amulius op een nacht in de arena zijn leven te overdenken. Voor hem in het zand lag het lijk van zijn tegenstander eerder die dag. Plotseling daalde er uit de lucht een gier naar beneden. De vogel begon gulzig van het lijk te eten, maar keek Amulius af en toe intrigerend aan. Hij had de gier wel vaker bij de arena zien rondhangen en zich zien voeden met de slachtoffers, maar deze was het anders. Het was alsof de vogel hem iets duidelijk wilde maken. Ineens snapte hij alles, de gier was hij en het lijk was zijn verleden. “Vlucht niet voor je verleden, maar doe er je voordeel mee.” Na deze openbaring stond Amulius op en verliet hij de arena. Tot zijn verbazing volgde de gier hem. “Jij volgt zeker dood en verderf, of niet?” Zei Amulius lachend tegen de vogel, waarop die vrolijk kraaide. “Als je met me mee wilt, moet je wel een naam hebben. Wat dacht je van Thanatos?” Vroeg hij. Het gevleugelde beest knikte. Amulius ging naar huis om zijn spullen te pakken en zijn moeder te vertellen wat hij van plan was. Hij zou terug om zijn vader te wreken, zijn broer te vinden en een eind te maken aan alle ellende in Tarua. Als eerste zou hij zijn boeken weer op gaan halen in de Storage Room. Die ochtend vertrok Amulius vol goede moed, met zijn nieuwe metgezel, in de richting van zijn verleden.
Like’s:
-Zijn wapens
-Thanatos
-Verlaten plekken
-Vechten
Dislike’s:
-Zijn boeken
-Lafaards
-Duistere magiërs
-Studeren
En verder…:
Amulius is graag op plekken waar niemand anders ooit komt of die door niemand anders ooit zijn ontdekt. Hier kan hij in alle eenzaamheid zijn daden overdenken. Verder verafschuwd hij lafaards, dit komt omdat zijn broer en vele andere gildeleden niks deden uit angst, terwijl zijn vader werd vermoord.